Een medewerker wordt boventallig verklaard en krijgt een vaststellingsovereenkomst voorgelegd met verzoek deze zo snel te ondertekenen. Medewerker geeft aan hierover advies in te willen winnen en wendt zich tot mij. Er blijkt een sociaal plan van toepassing dat een aantal faciliteiten toekent waaronder een ontslagvergoeding en outplacement. De medewerker geeft te kennen mee te willen werken aan beeindiging van het dienstverband omdat de omstandigheden waaronder moet worden gewerkt, hem zwaar vallen. Het bedrijf moet fors inkrimpen waardoor veel mensen moeten vertrekken. Ook geeft hij duidelijk te kennen na beeeindiging van het dienstverband gebruik te willen maken van outplacementbegeleiding. Het sociaal plan voorziet ook hierin. Hieraan zijn echter voorwaarden verbonden, o.m. dat medewerker per eerste van de volgende maand na het bereiken van overeenstemming uit dienst gaat en het missen van een WW-uitkering over deze opzegtermijn door werkgever wordt gecompenseerd door het bedrag aan WW dat wordt gemist, te vergoeden. Met een fictieve opzegtermijn van 4 maanden zou deze werknemer de eerste 2 maanden 75% van zijn salaris gecompenseerd krijgen en de volgende 2 maanden 70%. In het sociaal plan staat dat dit wordt toegekend wegens derving van WW. Ik maak hier bezwaar tegen omdat werkgever is verplicht salaris over de fictieve opzegtermijn door te betalen dus derft deze salaris in plaats van WW. Werkgever legt uit dat het sociaal plan dat met de vakbonden is overeengekomen, leidend is en niet hiervan wordt afgeweken. Er bestaat wel de mogelijkheid om bezwaar te maken. In overleg met de klant besluit ik dit bezwaar formeel in te dienen door een beroep te doen op de zogenaamde "hardheidsclausule" uit het sociaal plan dat deze mogelijkheid van bezwaar bij vermeende onbillijkheid in individuele gevallen in te dienen. Werkgever kent het bezwaar niet toe omdat zij geen uitzondering wil maken. Uiteindelijk wordt een vaststellingsovereenkomst ondertekend met een ruime ontslagvergoeding alsmede vergoeding van een bedrag waarmee de klant een jaar lang door mij kan worden begeleid naar ander werk.
Werknemer is tevreden dat alles is gedaan om bezwaar te maken tegen het gemis aan inkomsten over de fictieve opzegtermijn maar legt zich er bij neer dat het sociaal plan niet meer dan de hoogte van de WW-uitkering toekent en begint na goedkeuring van de offerte voor het outplacementtraject aan het vinden van een nieuw loopbaanperspectief en wil hierbij graag breed onderzoeken welke functies voor hem nog meer passend zijn dan de functie die hij tot nu toe heeft bekleed.